Daarom!
Na 18 weken voorbereiden was het zondag 5 november zover: om 10.40 klonk na het Amerikaanse volkslied het kanonschot voor de start van ‘mijn’ New York City Marathon. Na een paar neurotische dagen in New York was ik op het moment suprēme niet nerveus. Gezond gespannen, dat wel. Ik had er zin in!
Het was grijs en een beetje dreigend en ondanks het feit dat ik dagenlang (oké: weken) het New Yorkse weerbericht had gevolgd en mijn enige zorg regen was (wat doet het met je voeten als je 42km lang met natte schoenen loopt?), maakte het me op dat moment niet uit. Ik ging die marathon hoe dan ook lopen, was goed voorbereid en eager om te gáán. Scherp op overmoedigheid, iets waar iedereen voor waarschuwt, was mijn begin-mantra: HOLD YOUR PACE!
Dat kwam goed van pas toen bleek dat ik de eerste drie kilometers veel sneller liep dan gepland. Inhouden – inhouden – inhouden vanaf daar. Direct na de Verrazano Bridge stonden de eerste enthousiaste toeschouwers, vanaf een kilometer of vier werd het echt druk langs het parcours. Heerlijk.
Terwijl ik Brooklyn inliep viel het me op dat het parcours omhoog ging. Natuurlijk wist ik dat deze marathon bekend staat om het zware parcours; het vals plat en de klimmetjes in de laatste zeven kilometer zijn algemeen bekend, maar ik had me niet verdiept in waar die routestijgingen zich verder voordoen. Nou, dat bleek onder meer in de eerste veertien kilometer door Brooklyn te zijn.
Bij het 25 kilometerpunt op de Queensboroughbridge begon ik mijn bovenbenen te voelen. En toen moesten de – in mijn ogen – zwaarste 12 kilometers nog komen. Ik had nog geen ander mantra nodig gehad dan ‘hold your pace’. Ik was zo ongelofelijk in het moment dat ik me geen seconde bezighield met mijn motivatie, of het gebrek daaraan. Het was tot dan toe een walk in the park, ik genoot met volle teugen, het voelde als één groot feest. Maar ik moest nog steeds 17 kilometer.
Bij aankomst op Manhattan was het publiek weer overweldigend. Rijen dik, enthousiast juichend en klappend, mijn naam roepend. Dat was met de pijnlijke benen erg welkom. Toen ik de 30 kilometer gepasseerd was realiseerde ik me dat ik de finish zou halen. Ik kon nog steeds eten – bananen gingen erin als koek – en wandelend drinken, de pijn in de bovenbenen werd wel erger, maar ik voelde dat de bil het zou houden (geen last) en van op handen zijnde kramp was helemaal geen sprake. Vanaf toen werd mijn mantra: “Gewoon dit tempo doorlopen, dan ben je er sneller vanaf.”
En zo tranformeerden de laatste 12, maar vooral de laatste 5 kilometer, van meest gevreesd naar een euforisch, mooi einde van dit marathonavontuur. Geen muur of man me de hamer, maar een blijvende stroom van energie. Van zowel het publiek als andere lopers. Wederzijdse waardering. DJ’s, bandjes maar vooral heel veel mensen die juichen en klappen. Het op vrijdag verkende rondje Central Park, met de heuvels en het vals plat richting Columbus Circle, voelde hetzelfde als de stijgende kilometers door Brooklyn. De laatste 200 meter voor de finish versnelde ik zelfs voor mijn gevoel…..
De meest gehoorde, én mijn favoriete, kreet was: “Monica, you go. You GOT this!”
Ja: I got this!!!!
Wat een geluk!
Daarom dus!
En voor diegenen die nieuwsgierig zijn naar mijn tijd: