Houden wat je hebt

Monica van Dixhoorn
15 dec 2010

Flexwerkers zijn de smeerolie van de economie. Als deze aantrekt wordt er snel opgeschaald met flexibele krachten, als het minder gaat, of er is een crisis zoals nu, dan zijn zij de eerste die vertrekken.
Organisaties zorgen volgens de vakbonden niet goed voor flexwerkers, want ze hebben een heleboel rechten niet: ontslagrecht, bonussen, geen recht op opleidingen. En dat is een onzeker bestaan. De vakbonden noemen flexwerkers ‘wegwerparbeiders’.
Deze houding is typisch voor geïnstitutionaliseerd Nederland: uitgaan van hoe het is en dat willen houden. Dus geen postbezorgers maar postbodes en distributiecentra van Albert Heijn mogen ook niet voorzien worden van uitzendkrachten.
Ondertussen is er een grote groep Nederlanders die bewust kiest voor een zelfstandig, flexibel bestaan. Ondanks en waarschijnlijk dankzij de crisis. En ondanks het feit dat wet- en regelgeving nauwelijks is aangepast sinds de enorme toename van het aantal ZZP-ers. Deze groep kiest voor onzekerheid omdat het zelfstandig en flexibel werken hen meer brengt dan zekerheid.
Zo zouden de vakbonden ook tegen de flexwerkers, vaak uitzendkrachten, aan kunnen kijken: wat betekent werken voor hen? Wat brengt het, los van zekerheden? De vakbonden zouden zich af kunnen vragen: Hoe kunnen we deze groep, in een veranderende economie en samenleving, helpen een volwaardig bestaan op te bouwen en te behouden? Wat is er nodig aan regel- en wetgeving? Welke kennis en expertise moet voor hen makkelijk toegankelijk te zijn?
Het zou mooi zijn als er randvoorwaarden gecreëerd worden die het makkelijk maken om zelfstandig en flexibel te werken, met een goede rechtspositie en financiële waardering. Dan denkt ook niemand bij een postbezorger of uitzendkracht aan een ‘wegwerparbeider’.
Gezien de conservatieve houding van de vakbonden, is de grootste uitdaging hun flexibiliteit.